Fashionretailer Paprika wil op korte termijn in ons land over veertig
winkels beschikken. Dat laat ceo Corneel de Maeyer weten aan RetailNews.
“De Nederlandse markt is klaar voor een grootschalige uitbreiding van
ons merk”, aldus de topman. Het dameslabel is sinds februari met een
eigen winkel gevestigd in Breda en Maastricht en opende donderdag een
filiaal in Eindhoven. Daarnaast heeft de retailer shop-in-shops in acht
V&D’s.
Paprika maakt deel uit van de groep Cassis &
Paprika. De keten voert kleding tussen de maten 44 en 54. De
kledingcollectie van Cassis gaat van maat 36 tot 46. Beide concepten
worden in Nederland geïntroduceerd. Waar in september een pilot rond
Cassis start, bevinden de plannen voor de uitrol van het plussize label
zich al in een vergevorderd stadium.
Het ontbreekt daarbij niet
aan goede locaties. Paprika springt in het gat dat achterblijft nu veel
retailers winkels sluiten of reorganiseren. “Daarom willen we niet lang
wachten”, zegt Maeyer. “We breiden in eerste instantie uit vanaf de
Belgische grens, maar kijken ook al naar A1-locaties in steden als
Haarlem en Groningen.”
De Nederlandse consument is volgens hem
hard op zoek naar een plussize formule die anders is dan andere
aanbieders in de markt. "Wij onderscheiden ons met fast fashion,
gecombineerd met de service van een boutique.”
Daarbij is
openheid naar de klant een belangrijke factor. In België worden klanten
en niet-klanten bijvoorbeeld regelmatig uitgenodigd voor een panel. “Dan
praten we over waarom ze wel of niet bij ons kopen en wat ze missen.
Maar het gesprek gaat ook over hun interesses. We willen de klant
kennen.”
Deze panels worden op termijn ook naar Nederland
uitgerold. “We vinden dat retailers niet alles achter gesloten deuren
moeten houden.” Dat is volgens Maeyer nu nog te vaak het geval. “Je moet
in gesprek gaan met de klant, haar op zoeken.”
Paprika
positioneert zich nadrukkelijk niet als discounter. “Natuurlijk prijzen
we op een gegeven moment de voorjaars- en najaarscollectie af, maar we
laten ons niet gek maken door de kortingen die andere fashionretailers
bieden.” Continu het prijswapen inzetten brengt volgens Maeyer op
termijn alleen nadelen met zich mee. “Klanten stellen hun aankoop uit
tot de volgende korting. Dat is op termijn niet vol te houden.”
Daarbij
biedt het inkopen van de collectie op zes weken voordelen. “We kunnen
snel inspelen op de vraag vanuit klanten. Waar de eindvoorraad van
andere fashionretailers gemiddeld op tien procent ligt, is dat bij ons
onder de drie procent.”
Met deze strategie wil de formule zich
onderscheiden van de concurrentie. En het werkt, aldus Maeyer. Hij
is positief verrast is door het bonbedrag van Nederlandse klanten, dat
twintig procent hoger ligt dan in België.
Hetzelfde geldt voor
de omzet per vierkante meter in de shop-in-shops. De topman treedt niet
in detail, maar stelt dat de cijfers ‘ver boven verwachting’ liggen. Ook
V&D was verrast door de resultaten. “De omzet ligt nu al op het
niveau van retailers die al tien jaar een shop-in-shop hebben in
V&D. Nederlandse consumenten hebben dus nog steeds geld over voor fashion, zolang de producten en service in de winkel maar toevoegde waarde bieden.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten